Eergister wist ik dus eindelijk wat ik met mijn pompoentje ging doen en gister moest dat dus tot uitvoer gebracht worden. En er moest een konijntje bij. Het
konijntje ging in de pan om vervolgens een paar uur lekker te stoven. Voor als mijn pompoen-expiriment zou mislukken had ik ook een enorme pan stoofpeertjes gemaakt.

De pompoen-pastinaak die ik vrijdagavond gestoofd had, heb ik gepureerd. Vervolgens een bechamelsaus gemaakt. Hierdoor de moes van de pompoen en drie eidooiers. De eiwitten opgeslagen en erdoor gespateld. In de oven (op zo'n 180 graden) en voila: pompoen-pastinaak-souffle.
Omdat het een uit-de-losse-pols-recept was, was het natuurlijk voor heel veel verbetering vatbaar. De smaak van pompoen vind ik over het algemeen vrij vlak. Wanneer je dat ook nog vermengt met (teveel) bechamelsaus, dan wordt het wel een heel minieme smaakbelevenis! Dat was ook de opmerking van mijn proefkonijnen aan tafel. Als er een volgende keer zou komen, dan zou ik heel veel minder bechamel gebruiken. Als er een volgende keer zou komen, dan zou ik gewoon er soep van maken; ik denk dat dat de smaak van pompoen het beste naar voren laat komen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten